Solum en Antibodies
Door Emmie Muller
In november 2021 toont Galerie Noord het werk van Allie van Altena. Deze bijzondere solopresentatie is opgedeeld in twee afzonderlijke periodes waarin de tekenaar en schilder zich beweegt tussen hemel en aarde.
Solum
30 oktober t/m 11 november 2021
‘Een schitterend ongeluk’ – Wim Kayzer
Het is maandag, uurtje of zes in de avond, als ik naar de galerie fiets om het werk van Allie van Altena te bekijken. Best raar, want hij is zelf niet aanwezig. We hebben afgesproken dat we pas op het scharnierpunt tussen de eerste en de tweede presentatie het interview houden en ter voorbereiding daarvan ga ik in mijn eentje alvast even kijken. Ik stap de galerie binnen, zie het werk gelijk voor me liggen en het eerste woord dat in me opkomt is dak. Een oud vervallen dak waar de leistenen elk moment van kunnen afglijden. Op het eerste gezicht ziet het werk er wat viezig uit en bespeur ik een lichte teleurstelling bij mezelf. Dus eerst maar installeren, de lampen aanknippen en koffie zetten. Daarna begint mijn wandeling tussen en langs de 21 losse panelen die op de grond liggen en gezamenlijk één groot werk vormen. Het is namelijk een vloer en geen dak.
Waar kijk ik naar en wat ruik ik toch?
Ik ben bekend met Allie’s werk en weet iets over zijn bijzondere werkwijze die hij composteren noemt. Vijfentwintig jaar geleden kocht hij tweeduizend vellen papier en een deel daarvan legde hij uit over de vloer van zijn atelier. Een witte spiegel van papier. Zich daar over heen buigend begon hij er op te tekenen met poederachtige materialen zoals pastelkrijt en houtskool. Waren de vellen vol dan draaide hij ze om, liep er over heen, liet voetsporen achter en om ruimte te maken voor nieuw werk werden de oude tekeningen in stapels opgeborgen. Hierdoor gaf de ene tekening af op de andere en kreeg de kruisbestuiving nieuwe betekenis. Zo nu en dan leek een serie tekeningen genoeg af te zijn om te exposeren en verdween daarna weer in de compoststapel. In afwachting van nieuwe ideeën en noodzakelijkheden. Van Altena heeft na zijn eerste aanschaf bijna nooit meer een velletje papier hoeven kopen en werkt nog steeds door op zijn eerder gemaakte tekeningen, die door een proces van toevoegen en weghalen, van laten rusten en oppakken, een eigen leven zijn gaan leiden.
Tussen de sporen van lijnen, vlekjes, vegen en vlakken schemeren de verschillende fases in het beeldend proces van deze tekenaar en schilder. Elk vel papier gaat al een werkleven mee en is doordrenkt van verhalen en geschiedenissen en kan de drager zijn voor nieuw te maken werk.
Als het maar leeft.
Maar dan slaat het noodlot toe. Tijdens een korte vakantie is het grondwaterpeil gestegen en treft hij bij thuiskomst zijn atelier aan met een laag water waarin een deel van zijn levenswerk drijft. Na het leegpompen blijft er een dikke koek papier-maché over. Om het getransformeerde werk te redden snijdt hij het ruwweg in gelijke delen en legt deze op spieramen te drogen. Wat zonde. En even later denk ik: nee, dit is juist een schitterend ongeluk. Dit is de ontbinding van de kunst, zo ruikt het en zo ziet het er uit, kunst die nieuwe kunst als compost kan bevruchten. Op slag is mijn teleurstelling verdwenen en omarm ik de realiteit van verval en vergankelijkheid als het startpunt van een nieuw begin.
In de galerie zijn de spieramen willekeurig steeds aan een zijde, zo’n 15 cm. opgetild met blokjes hout. Door deze ingreep komt het oppervlak van de vloer in beweging en wankelt moedig tussen berusting en opstanding. Dan begint het mij, tussen dak en vloer, te duizelen van de reikwijdte van dit werk. Ik pak mijn spullen weer in en verlaat de galerie met een hoofd vol inzichten en nieuwe energie.
Antibodies
14 november t/m 25 november 2021
‘Heaven is under our feet as well as over our heads.’ – Henry David Thoreau.
In het tweede gedeelte van de tentoonstelling is er gekozen voor een vergelijkbare ruimtelijke opstelling. Lag in Solum het werk nog op de grond en waren de wanden leeg, nu hangt het werk aan strakgespannen kabels vrij in de ruimte, zodat ook de achterkanten van de tekeningen zichtbaar zijn. Wederom moet ik voorzichtig tussen de werken door mijn weg vinden. Het lijkt er op dat Allie van Altena zijn thema vergankelijkheid doorzet in vrolijke afbeeldingen van skeletfiguren die geanimeerd met elkaar converseren. Dat gaan wij ook doen.
Allie van Altena is nu wel aanwezig en wij buigen ons samen over het nieuw gepresenteerde werk.
Het atelier van Van Altena is gehuisvest in de oude dependance van de Klassieke Academie voor Schilderkunst. In een van de leslokalen treft hij in een bijruimte een model aan van een menselijk skelet, dat ooit dienst deed als lesmateriaal. Door het skelet na te tekenen leren studenten hoe de anatomie van het menselijk lichaam in elkaar zit. Als oud-docent aan Academie Minerva is de stap klein om op het idee te komen deze oefening zelf weer eens te herhalen.
In zijn atelier zet hij het object neer tegen een witte wand en licht het uit met lampen. Op de muur verschijnt een projectie van zwarte schaduwen en wonderlijke vormen. Daar hangt hij een van zijn gecomposteerde tekeningen overheen en tekent de zwarte vlekken over met houtskool, wit krijt of een combinatie daarvan.
Deze immateriële projecties van de werkelijkheid waaieren nu als wajangpoppen in een lichtspel uit over de fysieke wanden van de galerie. Schaduwen die schaduwen produceren en de ruimte begrenzen. Het werk raakt hiermee aan het idee dat de werkelijkheid niet bestaat, maar dat wat wij om ons heen zien binnen (in) ons brein tot stand komt. Wat wij als dé werkelijkheid beschouwen is een illusie, omdat door iedereen dezelfde werkelijkheid anders wordt gezien en ervaren.
Zoveel breinen, zoveel werkelijkheden.
De serie tekeningen komt tot stand in coronatijd. Antibodies is dan ook een pakkende titel, en betekent antistoffen die ons lichaam beschermen tegen het virus. We ontvangen ziektekiemen van anderen en geven het aan elkaar door. Precies zoals de tekeningen in de compoststapel van Allie van Altena op elkaar afgeven en, in de letterlijke betekenis van het woord, elkaar besmetten.
Het leidmotief in het werk van Van Altena draait om de begrippen hemel en aarde, body and mind, het fysieke naast het mentale, het immateriële versus het tastbare. In de dragers van de werken kijken we terug in de tijd zoals sterren er lichtjaren over doen om de aarde te bereiken. Onder de grond leggen schimmels en zwammen een uitwaaierend netwerk aan van ragfijne draden, mycelium genoemd, en dient naast communicatiesysteem als voedselleverancier voor het omringende leven. Ditzelfde principe van ontvangen en doorgeven gebruikt Van Altena in zijn werk. De fysieke tekening transporteert en deelt zijn immateriële boodschap met de kijker. Van Altena weet met zijn dienstbaarheid aan de kunst en zijn relativerende houding zijn publiek op een aanstekelijke manier tot nadenken te stemmen.
Aan het werk van Allie van Altena is goed te zien dat hij met de periode van de conceptuele kunst beeldend is opgevoed. Nergens is het werk uit op schoonheid, in niets wordt er een poging gedaan om de weergegeven voorstelling te verfraaien of te perfectioneren. Van Altena is uitsluitend uit op het maken van beelden die leven. Zoals het de natuur betaamt. Met het composteren van zijn werk en met de moed om elke tekening tijdelijk te vernietigen zodat nieuw werk kan ontstaan, laat hij op indrukwekkende wijze zien dat niet alleen ons leven vergankelijk is, maar ook de kunst.